<< back to all the articles.



rekto:verso - 01/10/2011
Terug naar het lichaam
 
Nog tot eind dit jaar toert Women door het land: de grootste groepschoreografie van Ugo Dehaes tot nu toe. Acht vrouwen tussen dertig en zestig dansen in de voorstelling hun vege lijf in het zweet. De nadruk die Dehaes daarmee legt op het pure lichaam met al zijn gebreken, zie je bij wel meer dans in België.
 
Ugo Dehaes maakt deel uit van een generatie van afgestudeerde P.A.R.T.S.-dansers, ook al verliet hij de opleiding van Anne Teresa de Keersmaeker voortijdig om bij Meg Stuart aan de slag te gaan. Women is zijn eerste productie waarin hij als choreograaf zelf niet meedanst. De voorstelling geeft zijn jonge oeuvre een flinke boost. Vooralsnog stond Dehaes vooral in kleine zalen, nu neemt hij – zonder aan artistieke integriteit in te boeten – de sprong naar de grote zaal en het brede publiek: Women versierde niet enkel een uitgebreide tournee, maar ook een selectie voor het Theaterfestival. In Women vallen wel een zekere ruwheid en grofheid op die anders voelen dan in Dehaes’ eerdere producties, met hun grote precisie en aandacht voor minutieuze details. Die ruwheid herken je ook in de creaties van enkele andere P.A.R.T.S.-afgestudeerden, om dit artikel even daartoe te beperken.
 
Welke bredere tendens openbaart zich in die nieuwe richting bij Ugo Dehaes?
 
BONTE SAMENZWERING
 
Het podium is leeg, op een kluwen lampen na dat acht bundels licht verstrooit over de vloer. Plots rennen acht vrouwen het podium op. Ze komen vooraan even tot stilstand en hollen dan naar links achteraan. In die hoek beginnen ze aan een reeks heftige bewegingssequenties: hoekige uithalen die doen denken aan vechtsport, staccato’s van ritmische korte bewegingen, en frivole musicalpasjes. Het enige geluid dat je hoort, is dat van hun eigen ademstoten bij elke beweging. Ze nemen diepe teugen in, snakken stuiptrekkend naar adem of zuchten nauwelijks hoorbaar de lucht weer uit. Uiteindelijk komen de acht vrouwen op een lange rij te staan. In hun lichamen bouwt de spanning zich op, tot de ontlading komt en ze zich op de grond werpen. Keer op keer wordt dat herhaald. Elke vrouw creëert een unieke beweging en is apart het bestuderen waard. De homogene groep die daarnet het toneel op rende, is veranderd in een verzameling individuen, elk met hun eigen inbreng in de choreografie.
 
Dehaes is niet bang om met conventies te breken. Zijn dansers hebben leeftijden die weinig gebruikelijk zijn in de hedendaagse dans, om van het klassieke ballet maar te zwijgen. Ook in de voorstelling zelf doorbreekt Dehaes subtiel de schijnbare uniformiteit. Al dragen alle acht de vrouwen een zwarte jurk, elk kostuum verschilt. En al bewegen ze zich in groep, dat doen ze zelden precies tegelijk. Herhaaldelijk maakt iemand zich los in de ruimte om het evenwichtige beeld te verstoren. Dan weer klit de groep samenzweerderig aaneen. In een prachtig moment steken de vrouwen fluisterend de koppen bij elkaar. Eén steekt haar hoofd boven de groep uit, kijkt de zaal in en duikt de groep weer in. Wordt er over ons gepraat? Even snel zal de samenhorigheid weer versplinteren, als de dansers gaan rondspartelen in een verward kluwen.
 
In een prachtig moment steken de vrouwen fluisterend de koppen bij elkaar
 
De groep vormt het tegendeel van een corps de ballet. Pluriformiteit staat voorop. Soms lijken de dansers een canon van synchrone bewegingen te vormen, dan weer zwermen ze uit tot een chaotische massa. Zodra de groep zich heeft opgesplitst in kleinere groepen, wisselen die alweer van samenstelling. Dehaes maakt patronen, maar enkel om ze weer te breken. Zo ontstaat er veel ruimte voor de individualiteit van de dansers. Ze gedragen zich ongehoorzaam aan de groep, banen met aparte bewegingssequenties een eigen pad. Die individualiteit zie je in wel meer hedendaagse creaties. Dansers zijn niet langer anonieme figuren die ten dienste staan van de choreografie, maar voegen hun eigen persoonlijkheid toe. Zo geeft ook Dehaes je de kans om je makkelijker met die vrouwen te identificeren. Nu eens volg je de een, dan weer de ander. Je verhoudt je tot hen als subject, niet langer als passieve kijker. Dehaes wil zijn toeschouwer raken – iets wat hijzelf vaak mist in dans.
 
LICHAMELIJKE BEPERKINGEN
 
Met Women keert de choreograaf terug naar de bare essentials. Waar in onder meer Forces (2008) licht nog een hoofdrol speelde, is het lichtontwerp hier uitermate eenvoudig gehouden. Women heeft één onveranderlijke lichtstand. In Forcesdaarentegen werden lichaamsdelen uitgelicht met een chirurgische precisie. Het licht zette de toon, vervormde het lichaam, instigeerde bewegingen en zorgde voor bizarre special effects. Het leek wel of het lichaam stap voor stap ontleed en uit elkaar getrokken werd. Twee uitgelichte voeten leken door de ruimte te zweven, en leidden hun eigen leven. Twee samengeplakte armen staken door een gat, om zich vervolgens weer los te rukken. Ze stonden los van een lichaam, werden hun eigen personage. In Couple-like (2006) was er van isolatie geen sprake, maar vormden twee ineengestrengelde lichamen een nieuwe figuur, die zijn weg zocht door de ruimte. Het is precies die verstilling, die vloeiendheid, die in Women regelmatig ruw doorbroken wordt.
 
Maar vooral de lichamelijkheid van de voorstelling voelt erg intens, tastbaar en vleselijk. Dat is natuurlijk in wel meer dansproducties zo, maar in Women confronteert die onopgesmukte lijfelijkheid je als belichaamd subject, niet als een paar ogen in het donker. Het gaat Dehaes niet langer om het bovenaardse lichaam dat zich gracieus en virtuoos voortbeweegt en alle bewegingen zo perfect mogelijk uitvoert. Hij laat het lichaam zien met al zijn beperkingen. Vooral het heftige hijgen focust op de inspanning van het lichaam, ontkent dat de bewegingen gewichtloos zijn. Die ademhaling, meer dan ooit benadrukt in dans, herinnert doorlopend aan de lichamelijkheid van de dansers.
 
DE NAAKTE MENS
 
Die lichamelijkheid is ook te zien in creaties van een paar andere ex-P.A.R.T.S.-studenten. Zo dansen in Host (2010) van Andros Zins-Browne drie cowboys op een zwart landschap van golvende luchtkussens. Ze blijven stug dezelfde passen herhalen, wat steeds moeilijker wordt op de zich vullende kussens. Al snel stroomt het zweet van hen af. Ze vallen om en krabbelen weer op. De hopeloosheid van hun opdracht maakt hun eindeloze doorzettingsvermogen des te bewonderenswaardiger. Als publiek zit je er zo dicht op dat hun uitputting uiterst tastbaar en werkelijk wordt. Het lichaam pretendeert niet, maar toont de realiteit.
 
Pieter Ampe maakt dan weer duetten met Guilherme Garrido, waarin hun lichamen letterlijk in botsing komen. In Still Difficult Duet (2007) en Still Standing You (2010) verkennen de dansers elkaars lichaam steeds wilder. Er zijn tedere momenten, maar vooral veel fysieke confrontaties. Hun naakte lichamen, de uitgedeelde klappen, de grofheid van hun duet: er is geen ontsnappen aan. Een schijnbaar banaal, maar tegelijk zo veelzeggend moment ontstaat wanneer Ampe en Garrido lange tijd poedelnaakt op en neer springen. Die focus op het lichaam in een zeer eenvoudige beweging is typerend voor een benadering die op zich niet nieuw is, maar wel steeds meer aan belang wint. De nadruk ligt niet op het lichaam van een danser, maar op het lichaam van de mens. Voor dat beeld is geen hoogwaardige danstechniek nodig, geen perfectie als resultaat van jarenlange training: we kijken gewoon naar twee naakte lijven in een simpele beweging. Pure nieuwsgierigheid is het: wat gebeurt er met onze lichamen in die basale beweging?
 
Ook Women vertegenwoordigt de boeiende tendens waarin het lichaam van de danser plaats maakt voor het lichaam van de mens. Choreografie wordt de verkenning van een puur natuurlijke aanwezigheid voor een publiek. De dansers tonen geen technische hoogstandjes waar je enkel bewondering voor kan voelen, maar laten het lichaam in beweging zien: alledaags, eenvoudig, herkenbaar. Dat lichaam omarmt al zijn beperkingen, en die menselijkheid maakt je extra betrokken, overbrugt de afstand tussen danser en publiek. De toeschouwer ziet zijn eigen lichaam terug op het podium. De ademhaling die Dehaes thematiseert, is daar een ijzersterk instrument toe. Ze maakt het dansende lichaam levendig tastbaar en sleept de toeschouwer onwillekeurig mee. Women is niet enkel prachtig, maar raakt ook. Mission accomplished.
 
Tot eind dit jaar nog te zien in Geel, Genk, Aalst, Brugge, Amsterdam, Turnhout, Dilbeek, Hasselt, Gent, Beveren, Berchem, Lokeren en Waregem. Zie www.kwaadbloed.com.
 
- Lisa Wiegel is theaterwetenschapper, liep stage in de Brakke Grond en werkt momenteel aan de UA, vakgroep Theaterwetenschappen
 

<< back to all the articles.